Inzet op productgroepen
Het Action Plan kiest voor een aanpak vanuit productgroepen, waaronder ICT, textiel en verpakkingsmateriaal. Voor iedere productgroep worden een aantal afspraken en acties genoemd, zoals bijvoorbeeld inzet op standaardisatie van telefoonopladers en meer uniforme samenstellingen van verpakkingsmateriaal om betere recycling mogelijk te maken.
En begrijp me niet verkeerd: met deze inzet vanuit productgroepen kan er écht verschil gemaakt worden. Neem ICT: dit een sector is die wordt gedomineerd door een klein aantal machtige spelers. Vanuit een individuele opdrachtgever, hoe groot ook, blijkt het nauwelijks mogelijk om deze spelers te beïnvloeden om een meer circulair product op de markt te zetten. De producenten zijn almachtig, en hun verdienmodel domineert de markt. Door voor heel Europa nieuwe standaarden te bepalen, worden deze echter van toepassing op een groot deel van hun afzetmarkt – waarmee zij mee zullen moeten bewegen.
Nieuwe regelgeving
Daarnaast wordt er een flink pakket aan nieuwe regelgeving aangekondigd. Zo komt er een uitbreiding van de EcoDesign-richtlijnen voor verschillende productgroepen, waarin onder meer ontwerpprincipes worden vastgelegd en afspraken worden gemaakt over minimale levensduren. Ook wordt er een ‘recht op reparatie’ aangekondigd, onder meer voor ICT-producten. Daarnaast komt er scherpere regelgeving op het toepassen van giftige stoffen, om hergebruik te voorkomen. Ook microplastics worden scherp aangepakt om toekomstige milieu-impact te voorkomen.
Die nieuwe regelgeving getuigt van daadkracht. De Commissie wil strengere eisen stellen aan onze producten, om de milieu- en materiaalimpact te verminderen en consumenten betere producten te bieden. Met deze nieuwe afspraken gaat de Europese Commissie aan het stuur zitten om de industrie mee te nemen onderweg naar meer duurzame en circulaire producten.
Weinig verbinding met het economisch systeem
Het lastige aan de strategie is dat deze vooral lijkt te gaan over de technische kant van circulaire economie. De economische kant komt nauwelijks naar voren. Bedrijven worden nog steeds gestimuleerd om maximaal te produceren, en daarmee gestimuleerd méér grondstoffen te gebruiken. Zij dienen immers het belang van hun aandeelhouders, die gebaat zijn bij maximale winst. Het tegengaan van die perverse prikkels vraagt echter een herontwerp van onze economische spelregels.
Dat onderwerp komt in de strategie nauwelijks naar voren. In het hoofdstuk Crosscutting actions bevindt zich nog een paragraaf Getting the economics right¸ maar daarin bevinden zich vooral vrijblijvende initiatieven. Denk bijvoorbeeld aan een business-led initiative to develop environmental accounting principles en een encouragement of member states to apply (…) environmental taxation and VAT-rates to promote circular economy activity.
Een verschuiving van belasting van arbeid naar grondstof lijkt een van de meest effectieve manieren om bij te dragen aan zo’n circulaire economie. Deze verschuiving komt in het plan echter nauwelijks aan bod. Tegelijkertijd is zo’n verschuiving ook lastig: arbeidsbelasting ligt op het niveau van lidstaten, en grondstofbelasting is met een interne vrije markt alleen op EU-niveau echt effectief. Om een belasting te kunnen verschuiven zal arbeidsbelasting dus allereerst (deels) Europees moeten worden, waar geen enkele lidstaat mee akkoord zal gaan. Dit vraagt dus veel diplomatiek en een goed doordachte invoering. Tegelijkertijd moeten we hier wel mee beginnen, willen we het ooit laten plaatsvinden. Het niet benoemen getuigt van onmacht om het economisch systeem aan te pakken.
Doorkijk door onze crisis
Met de sterke positie die de Green Deal in het nieuwe Europese beleid heeft, lijkt duurzaamheid hoog op de Europese agenda te staan. Tegelijkertijd zien we nu – in de eerste weken van de coronacrisis – dat wanneer er bedrijven echt op omvallen staan, de aandacht snel verschuift naar het behoud van economische activiteit. Hoeveel er uiteindelijk uitgevoerd wordt van de plannen uit de Green Deal, blijft dus nog afwachten.
De komende maanden gaan we met Europa door een diep dal. Zonder te weten hoe deze tijd zich precies gaat ontwikkelen, zal er een periode van herstel moeten volgen. “Tijden van crisis halen het beste in mensen naar boven,” zo stelde Rutger Bregman echter in een column op De Correspondent. Ik lees het plan als uitnodiging om onze economie na deze crisis met elkaar toekomstbestendig op te bouwen. Niet alleen vanuit een economisch, maar ook vanuit een ecologisch perspectief.