Ongeveer 17% van mensen met een goed voornemen, slaagt er ook in om deze tot een succes te maken. Dat geldt gelukkig niet voor mijn groene voornemen van dit jaar: het inzichtelijk maken van de klimaatimpact, prijs en voedingswaarde van mijn consumptie (binnenshuis). Nu vraag je je waarschijnlijk – terecht – af, waarom doet die jongen dat? En waarom is dat voor mij interessant?
We kennen allemaal het gezegde: “een betere wereld begint bij jezelf”. Voeding is een aspect van mijn leven waar ik veel controle over heb. Op dit gebied kan ik dus daadwerkelijk kiezen voor een duurzame levensstijl. Dus zo gezegd, zo gedaan en sinds 2018 eet ik geen vlees of vis meer. Nu ik echter als Copper8 adviseur een aantal jaren lang voor van alles bereken wat de impact is en hoe men daarop kan sturen, dacht ik: waarom neem ik die keuze uit 2018 niet eens onder de loep. Ik zat namelijk met een aantal vragen:
- Krijg ik voldoende voedingstoffen binnen met een plantaardig dieet?
- Is er een relatie tussen impact en voedingstoffen? Hebben producten met een hoge impact ook meer voedingsstoffen, of juist niet?
- Is er op basis van het antwoord op de vorige vraag een passend(er) dieet te bepalen?
In de maand januari heb ik gemeten wat ik binnenshuis consumeer, zowel drank als voedsel. Dit waren in totaal 155 unieke producten. Voor elk van deze producten is de klimaatimpact [in kg CO2-eq][1], een selectie van voedingswaarde [Energie, Proteïne, Totale vetten, Verzadigde vetten, Suiker, Koolhydraten, Vezels, Zout en Vitamine B12][2] en de prijs [€] gemeten.*[3] Daarnaast heb ik nog een aantal benchmark producten toegevoegd – vlees en vis – en één dag voeding o.b.v. de Schijf van Vijf van het Voedingscentrum ter vergelijking van mijn eigen dieet. Met deze data nemen we de bovenstaande vragen onder de loep.
Een kleine disclaimer is dat – ook al heb ik erg mijn best gedaan om alles te meten – niet altijd alle voeding is opgenomen. Een voorbeeld: als een gast iets had meegenomen voor lunch, heb ik niet gecheckt wat er allemaal in zat en hoeveel dat woog (nee, zo’n weirdo ben ik nog nét niet). Kortom: alleen de voeding die ik zelf heb ingekocht en genuttigd staat in deze analyse.
De klimaatimpact
In Tabel 1 staat per dag de klimaatimpact (kg CO2-eq) weergegeven. Gemiddeld komt de klimaatimpact uit op 2,2 kg CO2-eq per dag, uitgaande van de dagen waar ik alle drie de maaltijden heb genuttigd. Uit deze studie blijkt dat de gemiddelde klimaatimpact van voeding van een Nederlander rond de 4,72 kg CO2-eq ligt, met een inname van 2000 kcal per dag. De impact van mijn voeding ligt dus 54% lager. Dit kan door een tweetal redenen komen: 1) ik consumeer minder dan gemiddeld of/en 2) de gemiddelde impact van de geconsumeerde producten ligt lager.
Tabel 1 | Klimaatimpact per dagdeel in CO2-eq
Voedingswaarde
In Tabel 2 is weergegeven wat de voedingswaarde is van het geconsumeerde voedsel en drank in januari, ten opzichte van de Benchmark (het voorbeeldmenu ‘Lekker Hollands’ van het Voedingscentrum voor een man van 27 jaar) en van de referentiewaardes van het Voedingscentrum. Hier zijn een aantal conclusies uit te trekken:
- De inname van kcal en koolhydraten (waaronder suikers) is aan de lage kant. Koolhydraten zijn een belangrijke bron van energie (suikers en zetmeel). Deze koolhydraten kunnen het best gehaald worden uit volkoren graanproducten zoals volkorenbrood en volkoren pasta, aardappels, peulvruchten, groente en fruit. Aangezien deze producten ook wel de kern van mijn dieet vormen, is de conclusie vooral dat ik meer moet consumeren. Overigens een leuk feitje: juist omdat ik aan het meten was wat ik consumeerde, was ik geneigd om minder te eten ‘want alles wat ik extra pakte verhoogde mijn impact’. Dus een tip: als je wilt afvallen, ga gewoon impact meten.
- De inname B12 ligt onder de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH). Dit is geen grote verassing voor iemand die geen vlees of vis eet. De vraag is echter of dit een tekort is voor mij persoonlijk: het is erg afhankelijk van je eigen lichaam hoe goed B12 verwerkt kan worden en hoeveel je dus nodig hebt. De ADH is zo opgesteld dat de referentiewaarde voor 97,5% van de bevolking een goede hoeveelheid B12 is. Mijn grootste bronnen van B12 zijn, op volgorde van grootte: Kaas, eieren en soja yoghurt.
- Zowel vetten als verzadigde vetten liggen wat aan de hoge kant. Drie producten zijn samen verantwoordelijk voor 33% van mijn totale vetten inname in januari: granola, kokosyoghurt en kaas. Voor verzadigde vetten zijn alleen kokosyoghurt en kaas al verantwoordelijk voor 33% van de inname. Vooral kokosyoghurt heeft hier een groot aandeel in, respectievelijk 10% (totale vetten) en 23% (verzadigde vetten). Dit is opvallend aangezien maar 12 van de 26 keer dat ik binnenshuis heb ontbeten, ik kokosyoghurt heb geconsumeerd. Soja yoghurt – die verantwoordelijk is voor de andere dagen – heeft een veel lager aandeel (respectievelijk 1% en 0%) en is wat dit betreft – en voor B12 – een goede vervanger. Dit zou gemiddeld 16g verzadigde vetten per dag schelen en 0,4 µg B12 toevoegen (wat weer helpt voor punt 2!).
Tabel 2 | Voedingswaarden van de maand januari, vergeleken met het benchmark menu (zie Figuur 1) en de aanbevolen referentiewaardes. De oranje vlakken geven een ‘tekort’ aan en de rode vlakken een ‘teveel’.
Relatie tussen voedingswaarde en klimaatimpact
De hamvraag (of de aardappelvraag?) is of er een relatie zit tussen voedingswaarde en klimaatimpact. Als dat zo zou zijn, dan zouden productgroepen als groenten (1,02 kg CO2-eq per kg), brood (1,15 kg CO2-eq per kg), aardappelen en knolgewassen (0,09 kg CO2-eq per kg) en fruit (0,67 kg CO2-eq per kg) ook erg goed – of juist heel slecht – moeten scoren op voedingswaarde. En andersom voor vlees (14,85 kg CO2-eq per kg) en vis (6,32 kg CO2-eq per kg).
Om hier iets over te kunnen zeggen heb ik een poging gedaan om alles te vatten in één cijfer van 1 tot 10. Dit cijfer omvat twee variabelen:
- Als je de referentiewaarde van een voedingstof zou moeten binnen krijgen met producten uit deze productgroep, hoeveel kg CO2-eq moet je dan uitstoten.
- Als je de referentiewaarde van een voedingstof zou moeten binnen krijgen met producten uit deze productgroep, hoeveel kilogram moet je dan consumeren?
Beide vragen krijgen een score van 1-10 en die is vervolgens met een weging van 50/50 bij elkaar opgeteld. Het resultaat is te zien in Tabel 3.
Tabel 3 | Cijfers (1-10) per productgroep. Een hoog cijfer betekent dus dat er zowel weinig CO2-eq wordt uitgestoten én dat je niet veel kg ervan hoeft te consumeren om aan de referentiewaarde te voldoen. Voor alle voedingstoffen – behalve verzadigde vetten – betekent een hoog cijfer dat je dus minder uitstoot / minder hoeft te consumeren. Voor verzadigde vetten geldt dat meer consumeren over het algemeen ongezond is. Een hoog cijfer betekent hier dus juist het tegenover gestelde: er zitten weinig verzadigde vetten in dit product.
Ook hier zijn weer een aantal conclusies uit te trekken:
- De top 5 productgroepen uit deze analyse zijn: Brood, Graanproducten, Noten en Zaden, Peulvruchten en Eieren. Dit zijn de productgroepen met – in verhouding – de beste relatie tussen de vijf geanalyseerde voedingstoffen en klimaatimpact.
- Groenten en fruit scoren laag. Hoe kan dat, vraag je je wellicht af. Ze hebben beiden een lage klimaatimpact. Echter zijn deze productgroepen veel efficiënter in andere voedingstoffen dan degene die nu onder de loep gehouden worden, zoals bijvoorbeeld vitamines en mineralen. Deze voedingstoffen heb je ook hard nodig! Trek vooral niet de conclusie dus uit deze data dat je geen groente en fruit meer moet eten, deze hebben andere kwaliteiten.
- Vlees (gevogelte in mindere maten) en vis hebben een hoge klimaatimpact. Dit wordt deels gecompenseerd met hoge proteïne en vitamine B12, maar het is (klimaat)efficiënter om deze voedingstoffen uit andere producten te halen, zoals noten en zaden, eieren en peulvruchten. Deze producten hebben namelijk ook op andere voedingstoffen een hoge score.
- Als je B12 nodig hebt, kun je beter vis dan vlees eten. En het beste eieren. Van alle dierlijke producten, hebben kippen de laagste klimaatimpact. Het beste kun je eieren eten – het liefst van kippen die vrij kunnen rondlopen[4] – als je zowel proteïne als B12 wilt binnen krijgen voor een redelijke klimaatimpact (3,36 kg CO2-eq per kg).
- Noten en zaden zijn essentieel. Ze worden niet voor niets superfood genoemd.
Wat neem ik nu mee uit deze analyse? Om te zorgen dat mijn B12 op peil blijft kan ik het best elke ochtend soja yoghurt nemen, aangevuld met af en toe een eitje in de middag/avond (per biologisch ei van 50g is dit 1,1 µg B12). Om te zorgen dat ik genoeg energie binnenkrijg, kan ik het beste meer graanproducten of noten en zaden eten.
Om écht een ‘ideaal’ dieet op te stellen, zou ik nog veel dieper kunnen graven. De analyse kan nog verbreed worden naar meer impactgebieden, of meer voedingstoffen. Het financiële aspect kan nog worden meegenomen. We kunnen ook nog inzoomen op productniveau: welke producten hebben de minste/meeste impact of zijn de ‘superhelden’ in een bepaalde voedingstof? Wellicht heb je zelf ook nog vragen na het lezen van deze blog? Laat het weten, want wie weet kom ik er nog op terug!