Miljoenen Nederlanders hadden nog nooit gehoord van ‘groene groei’. Nu wel. Daarmee wordt het debat over de negatieve gevolgen van economische groei in één klap politiek.
Niet alleen kan de nieuwe minister haar borst natmaken, er is namelijk overweldigend wetenschappelijk bewijs dat ‘groene groei’ niet mogelijk is. Er bestaat voor de oppositie een enorme bak met munitie vanuit het ‘degrowth’ (of ontgroei) en ‘post groei’ paradigma. Deze hoeven ze alleen aan te passen voor de Nederlandse context.
Door de naamswijziging van het ministerie, wat op eerste gezicht vooral een soort PR-stunt lijkt, komt vooral de term ‘groene groei’ in de spotlight te staan. En slingert daarmee juist het debat over welzijn, welvaart en de verduurzaming van onze samenleving verder aan.
In de tegenstelling tussen ‘groene groei’ en ‘post groei’, wat nu politiek geworden is, ligt een pad van vooruitgang. Als dit kabinet groene groei als basis neemt, zijn we collectief al een flink eind opgeschoven. Van klimaatontkenning naar klimaatvertraging? Nu zijn we weer een stap verder gekomen.
Filosoof Hegel beschreef deze vooruitgang als een dialectisch proces: de ogenschijnlijke tegenstelling van ‘groene groei’ (de these) en ‘post groei’ (de antithese) worden verzoend in een middelweg (de synthese). Deze synthese vormt weer de basis voor een nieuwe ronde aan tegenstellingen. Het pendulum van vooruitgang zwenkt heen en weer, maar wel gestaag in de juiste richting!
Daarom is het politiek maken van het onderwerp ‘groene groei’ geen ramp: het is een geschenk voor iedereen die bezig is met duurzaamheid. Een symbool waar we naar kunnen wijzen: de huidige manier van economische groei is onhoudbaar! En dat is wat mij betreft vooruitgang.