Circulaire verdienmodellen zoals lease, huur of pay-per-use worden vaak genoemd als middel om de transitie naar een circulaire bouweconomie te versnellen. Wie kent het Pay-per-lux concept van Signify niet? Maar de afgelopen jaren kwamen meer van dit soort verdienmodellen op de markt: zo werd er door Alkondor een gevel in een leaseconstructie aangeboden, en betaalt ABN AMRO in het CIRCL paviljoen deels voor de horizontale en verticale bewegingen die de Mitsubishi lift biedt.
In verdienmodellen zoals lease, huur en pay-per-use blijft het eigendom bij de producent; hierdoor wordt er invulling gegeven aan ‘verlengde producentenverantwoordelijkheid’ (Extended Producer Responsibility, ofwel EPR). EPR is een belangrijke beleidsmaatregel die zowel door de Europese Commissie als de Rijksoverheid wordt onderstreept in de transitie naar de circulaire economie.
In 2018-2019 deden wij uitvoerig onderzoek naar circulaire verdienmodellen, wat leidde tot een publicatie over de kansen voor ondernemers en een publicatie over de uitdagingen voor beleidsmakers. Parallel keken wij ook naar de bouwsector, want hoe werkt zo’n verdienmodel wanneer er sprake is van een lange levensduur? En wat gebeurt er wanneer iets aard en nagelvast aan een gebouw vast zit, is er dan geen sprake van van natrekking? Welk verdienmodel is dan het ‘meest’ circulair, of hangt dat af van de gebouwlaag?
Onze oud-stagiair Robbin Smeets verdiepte zich voor zijn afstudeeronderzoek bijna een jaar in deze materie. Zijn scriptie is samengevat in de White Paper ‘Circulaire Verdienmodellen in de bouw; op zoek naar de kansen en barrières’.