Het is alweer Earth Overshoot Day – maar het echte probleem blijft onzichtbaar

Door Sybren Bosch,
op 31 juli 2019

Wie het nieuws in de gaten houdt, zal het niet ontgaan zijn: afgelopen maandag was Earth Overshoot Day. De dag in het jaar waarop onze voetafdruk op de aarde groter is dan wat de aarde kan dragen.  Dat is een probleem, omdat het betekent dat we de aarde letterlijk uitputten. En daarmee in de toekomst dus niet kunnen voorzien in onze levensbehoefte aan grondstoffen.

Interessante notie: in Nederland lag deze datum dit jaar al op 4 mei, ondanks dat er toen geen nieuwsbericht aan is gewijd.

Hoeveel ‘aardes’ gebruikt een Nederlander?

De NOS heeft een mooi overzichtje gemaakt hoeveel ‘aardes’ die we in een jaar nodig hebben. Een gemiddelde wereldburger verbruikt op dit moment zo’n 1,75 aardes, een gemiddelde Nederlander bijna drie. Positief is dat het aantal benodigde aardes per Nederlander sterk gedaald is ten opzichte van het hoogtepunt: in 2007 waren het er nog 4,1.

De ontwikkeling van Earth Overshoot Day, zowel wereldwijd als in Nederland (bron: NOS)

 

Hoe wordt Earth Overshoot Day bepaald?

Even een stapje terug. Hoe wordt Earth Overshoot Day eigenlijk bepaald? De berekening wordt ieder jaar uitgevoerd door het onafhankelijke Global Footprint Network. Zij deelt de biocapaciteit van de planeet door de totale menselijke voetafdruk van dat jaar (onze totale druk op de aarde). De biocapaciteit is de totale wereldwijde jaarproductie van biologische grondstoffen, in combinatie met het absorptievermogen van broeikasgassen zoals CO2. De totale menselijke voetafdruk wordt bepaald op basis van het grondstofverbruik en de uitstoot van broeikasgassen. De cijfers zijn afkomstig van de National Footprint and Biocapacity Accounts, die op hun beurt weer gebruik maken van data van de VN. Meer informatie over het bepalen van deze datum is hier te vinden. Onze voetafdruk gaat dus breder dan alleen het grondstofverbruik, wat in onderstaande figuur goed te zien is.

De opbouw van de totale menselijke voetafdruk (bron: Global Footprint Network)

Wat lijkt het probleem – en wat is het probleem?

Het probleem lijkt duidelijk: we verbruiken te veel grondstoffen en stoten te veel CO­2 uit. Daarmee is de menselijke voetafdruk te hoog. Als we grondstoffen slimmer weten te gebruiken en dus minder nieuwe grondstoffen hoeven te winnen is ons probleem opgelost. En daar hadden we de circulaire economie voor bedacht – probleem opgelost. Toch?

Bij het bepalen van de Earth Overshoot Day zijn er echter twee factoren: niet alleen de menselijke voetafdruk, maar ook de biocapaciteit van de planeet. En het probleem is niet alleen dat onze menselijke voetafdruk stijgt. Het probleem is ook dat de biocapaciteit van onze planeet daalt: de aarde produceert jaarlijks steeds minder grondstoffen, en kan CO2 steeds minder goed opnemen. Dat merken we echter nauwelijks, omdat dit zich veelal afspeelt buiten ons gezichtsveld: in oceanen en bossen.

Hoe groot is de onzichtbare schade?

Oceanen en bossen zijn de basis van ons leven. De oceanen, die 70% van het aardoppervlakte bestrijken, bieden de ruimte aan de groei van vis: het primaire voedsel voor bijna de helft van de wereldbevolking. De overbevissing is op veel plekken zo ernstig, dat populaties zich niet meer herstellen en uitsterven. Daarnaast verdwijnt als gevolg van de opwarming van de aarde de kraamkamer van het leven: koraal. Bij een temperatuurstijging van 2 graden Celsius verdwijnt 99% (!) van ons koraal, en ook bij anderhalve graad temperatuurstijging is dit al zo’n 90%. Wanneer we beseffen dat het koraal de broedplaats is voor bijna de helft van het leven in de oceanen, kan het dus hard gaan.

Dan de bossen: de longen van onze planeet. Ondanks dat we in de gematigde klimaten weinig bos meer hebben, konden we altijd rekenen op een relatief stabiele hoeveelheid regenwoud in voornamelijk Zuid-Amerika en arctisch bos in Canada en Rusland. Maar de toekomst van die grote bossen lijkt onzeker. Onder de Braziliaanse president Jaír Bolsonaro is de kapsnelheid van het Amazonewoud met 50% toegenomen naar anderhalf voetbalveld per minuut (!), en zowel in de Canadese als de Siberische bossen woedden grote branden als gevolg van de aanhoudende droogte. Hoe groot het verlies in biocapaciteit precies is zullen wetenschappers over een paar jaar ongetwijfeld in detail hebben uitgerekend. Maar dat het hard gaat, staat vast.

Van minder naar meer en anders

Bij het reduceren van onze voetafdruk ligt de focus vaak op minder consumptie – net als dat we ons bij het klimaatakkoord richten op minder emissies. Dat is terecht, maar is tegelijkertijd niet het hele verhaal. Minder consumeren in ons huidige systeem lost het probleem niet op, en zeker niet bij een groeiende wereldbevolking.

Als we duurzame ontwikkeling daadwerkelijk serieus nemen, moeten we ons dus ook richten op het behouden en herstellen van de biocapaciteit van onze planeet. Verreweg de eenvoudigste oplossing is het grootschalig planten van bomen: niet alleen versterkt dat de biodiversiteit en veerkracht van de natuur; het neemt ook CO2 op en gaat daarmee klimaatverandering tegen. Zwitserse wetenschappers berekenden dat er 1.000.000.000.000 (1000 miljard) bomen geplant moeten worden om ernstige klimaatverandering te voorkomen. Ethiopië deed vorige week met 200 miljoen bomen een mooie eerste bijdrage.

Dit vraag echter een verandering in denken. Duurzaamheid vraagt niet alleen minder, minder, minder (consumptie), maar ook meer, meer, meer (biodiversiteit en bomen). En daarvoor moet het anders, anders, anders (onze manier van denken). Alleen dan maken we een serieuze kans om onze voetafdruk weer in balans te brengen met de draagkracht van de aarde.

Deel artikel

Abonneer u op onze nieuwsbrief

Gerelateerde berichten