Te vaak worden ‘het klimaat’ en ‘de circulaire economie’ als twee verschillende beleidsagenda’s gepresenteerd. Twee agenda’s die moeten vechten om aandacht, en zelfs om geld. Dit terwijl de transitie naar een circulaire economie juist nodig is om de doelstellingen van het Parijs akkoord te halen. Onlangs bracht de Ellen MacArthur Foundation een fundamenteel rapport uit waarin zij aan hebben getoond dat maar liefst 45% van de wereldwijde CO2 uitstoot afkomstig is van onze ‘spullen’, Inspanningen ten aanzien van de energie- en mobiliteitstransitie zijn dus zeker nodig, maar niet voldoende. Sterker nog, om binnen de grens van de 1,5 C opwarming te blijven hebben wij een jaarlijkse decarbonisatie van ons energiesysteem van 11,3% nodig, dat is 700% de snelheid die wij nu hebben (EMF, 2019).
Bron: Ellen MacArthur Foundation, Completing the Picture: How the Circular Economy Tackles Climate Change (2019)
Er wordt in het rapport onderscheid gemaakt tussen drie verschillende circulaire strategieën die kunnen bijdragen aan de klimaatdoelstellingen:
- Het elimineren van afval in ons ontwerpproces
- Het ‘in de kringloop’ houden van producten en materialen
- Het regenereren van natuurlijke systemen
Voor de industrie alleen leiden deze strategieën tot een wereldwijde reductie van 3,7 miljard ton CO2 per jaar. Omgerekend is dat dezelfde uitstoot als de jaarlijkse kilometrage van 80% van de auto’s wereldwijd (!). Niet voor niks zegt Staatssecretaris van Veldhoven al langer dat ‘…de circulaire economie het missende puzzelstukje is in onze klimaatopgave.”
Als ik vervolgens kijk naar het momentum in Nederland ben ik aan de ene kant blij. Vergeleken met elf jaar geleden toen ik mijn eerste circulaire project leidde, is er veel gebeurd. Er zijn waanzinnig veel start-ups en pilots. Maar zoals ik laatst iemand hoorde zeggen: “Pilots are alibi’s, and alibi’s don’t scale” (credits: Livia Tirone).
Bron: Perkins (2015) op basis van Roger (1962), Moore (2002) en Gladwell (2000)
In gesprek met zowel start-ups als grotere organisaties die willen opschalen is de beperkende business case vaak een uitdaging. Ja – zij willen investeren in circulariteit, maar het heeft zijn grenzen. Zo staan wij in de circulaire economie voor de aloude ‘chasm’: aan de linkerkant van de kloof staan de organisaties die zich helemaal suf hebben ‘gepilot’, aan de rechterkant van die enge kloof lonkt het gebied waar we circulair mainstream kunnen maken. Maar om die ‘chasm’ te overbruggen wil ik toch aandacht vragen voor de economische spelregels die schuren met onze ambities (en de noodzaak!) voor een circulaire economie.
Een van de dingen die opvalt in de studie van de Ellen MacArthur Foundation is dat circulaire verdienmodellen worden genoemd als een middel om producten langer in de kringloop te houden. Op dit moment is de vraag naar circulaire verdienmodellen echter vrij laag: ze komen voort uit idealisme, maar niet uit realisme. En waarom? Omdat de huidige economische regels ervoor zorgen dat lineair ondernemen in veel gevallen economisch aantrekkelijker is dan circulair ondernemen.
In het afgelopen jaar hebben wij onderzoek gedaan naar een aantal van deze economische belemmeringen, en gelukkig hebben anderen ook al punten inzichtelijk gemaakt. Graag geef ik hieronder 5 aspecten (in willekeurige volgorde) die wij moeten herzien om circulaire business- en verdienmodellen aantrekkelijk te maken:
- Afschrijvingsregels: door af te schrijven verlagen wij de gepercipieerde waarde van producten, terwijl de circulaire economie juist gaat om het ‘waardebehoud’ van onze producten en materialen. Daarnaast is het zo dat afschrijvingstermijnen worden voorgeschreven voor bepaalde productgroepen die ook de termijn van huur, lease of pay-per-use contracten extra kunnen verkorten – boekhoudkundige regels schrijven voor dat maar 75% van de levensduur van een product in een dergelijk verdienmodel mag worden vermarkt.
- Dubbele BTW op secundaire grondstoffen: we willen een circulaire economie, maar waarom moeten organisaties die secundaire grondstoffen gebruiken dan nóg een keer BTW betalen over iets waar al een keer BTW op geheven? Dit haakt ook in op het volgende punt.
- Belasten van grondstoffen i.p.v. arbeid: in de huidige economie (gebaseerd op de lege wereld) belasten we arbeid hoger dan grondstoffen. Maar we hebben die arbeid juist nodig voor het onderhouden, repareren en hermaken van onze producten. Met deze stevige arbeidskosten is het pittig om te concurreren met ‘nieuwe’ producten die uit een machine rollen. Daarnaast, in de wijze woorden van Walter Stahel is arbeid een ‘hernieuwbare grondstof’, en hernieuwbare grondstoffen wil je niet (stevig) belasten. Wat je daarentegen wel wilt belasten is uitstoot en het gebruik van niet-hernieuwbare, virgin grondstoffen. Wat de circulaire economie dus nodig heeft is het Ex’Tax denken – er is in de afgelopen 10 jaar genoeg over geschreven, nu is het tijd om te doen!
- BTW bij huurkoop modellen: op het moment dat een product in de markt wordt gezet als een mogelijke ‘huurkoop’, moet de leverancier bij aanschaf BTW betalen over de gehele aanschafwaarde, terwijl hij qua inkomsten slechts de BTW ontvangt over de eerste betalingstermijn. Dit terwijl huurkoop een sympathieke manier is om het idee van ‘gebruik’ in plaats van ‘eigendom’ te introduceren bij de angstige consument. Wanneer een start-up een dergelijk model introduceert kan het leiden tot enorme liquiditeitsproblemen.
- IFRS 16 regelgeving: vanaf 1 januari is het verplicht voor zowel de lessor als de lessee om de producten met een waarde boven de $5.000,- in hun boeken op te nemen. Het idee dat lease-modellen dé sleutel zijn naar een circulaire economie wordt daarmee flink onderuit gehaald, want zo’n leasemodel legt een enorme last op de boeken van zowel de leverancier of financier én de gebruiker.
De economische spelregels van vandaag zijn gecreëerd in een tijd dat de wereld nog relatief onbevolkt was, en de grondstoffen eindeloos tot onze beschikking leken te zijn. De tijden zijn veranderd, nu de regels nog… Willen we een circulaire economie, en willen we binnen de 1,5 C blijven, is het tijd van experimenteren voorbij. Het is tijd om op te schalen, en daarvoor moeten we durven kijken naar die enge economische regels. Het heet niet voor niks de circulaire economie.