Een paar weken geleden gaf ik een gastles bij IMC Weekendschool in Den Haag. IMC Weekendschool laat jongeren kennismaken met uiteenlopende toekomstperspectieven, zodat ze hun voorkeuren, talenten en levensvaardigheden kunnen ontwikkelen. Het programma biedt motivatiegericht onderwijs als aanvulling op het reguliere curriculum, waarbij iedere zondag een andere professional komt vertellen over zijn vakgebied. Dat is weer eens een ander publiek dan we gewend zijn! Voor mij was het in ieder geval de eerste keer voor een klas vol kinderen.
De les die ik kwam geven ging over het doen van onderzoek: wat is wetenschap, hoe kun je eigenlijk iets weten, en wat is het verschil tussen een feit en een mening? Ik vertelde ze over mijn baan bij circulaire economie adviesbureau Copper8. Daar doe ik onderzoek naar hoe we het economische systeem zo kunnen veranderen zodat duurzaamheid centraal komt te staan. Weten kinderen van 10 jaar wat circulaire economie is? Hoe ga ik dat aan ze uitleggen? Hoe ga je met kinderen in gesprek over het klimaat, zonder dat ze daarbij de hoop verliezen? Snappen kinderen hoe ons economisch systeem in elkaar zit? Moet ik deze kinderen gaan uitleggen hoe ons monetaire systeem werkt? Heb ik eigenlijk een bullshit baan?
Het leuke is dat kinderen hele directe feedback geven – als ze hun aandacht verliezen, beginnen ze direct met wiebelen, frommelen, fluisteren, of iets anders. Wanneer ze hun aandacht erbij hebben, schieten de vingers in de lucht en zie je hun ogen opensperren. Wat bleek: het boeit helemaal niet wat je doet. Waar ze benieuwd naar zijn is je passie! Waarom doe je wat je doet, wat vind je er leuk aan? “Wat is het leukste onderzoek dat je ooit hebt gedaan en waarom?” Natuurlijk zijn dat veel relevantere vragen. Daar stond ik met mijn verhaal over hoe nieuwsgierigheid de belangrijkste eigenschap is van een onderzoeker. Juf Manon verslagen op haar eigen vakgebied.
De kinderen van de weekendschool in Den Haag hebben me geholpen om terug te gaan naar de essentie. Ze lieten me niet alleen uitzoomen en nadenken over wat wetenschap werkelijk inhoudt en welke rol het speelt in onze samenleving, maar ze zorgden er ook voor dat ik stilstond bij waarom ik doe wat ik doe. Het klimaat is voor mij van grote waarde. Het is voor mij belangrijk dat kinderen zich geen zorgen hoeven te maken over hun toekomst én dat mensen wereldwijd de vrijheid hebben om te wonen waar ze willen, zonder te moeten vluchten voor klimaatrampen. Ik vind het leuk om te pionieren, voortdurend te blijven leren en nieuwe mensen te ontmoeten. Vooral mensen die zich inzetten voor het klimaat, want dat zijn over het algemeen heel erg fijne, slimme en liefdevolle mensen. Ik geloof ook dat wanneer je met passie kunt uitleggen waarom je je werk doet, je geen bullshit baan hebt. Gelukkig maar.
De kinderen bleken het klimaat ook belangrijk te vinden. In het middagprogramma gingen we in groepjes de straat op om zelf onderzoek te doen. Terwijl sommige groepjes mensen interviewden over hun favoriete kleur of wat ze die avond gingen eten, wilden mijn jonge onderzoekers weten wat mensen zouden doen voor het klimaat als ze de minister-president van Nederland waren. Na enige discussie kozen we uiteindelijk toch voor een onderzoek over zwerfafval in Den Haag, want: zwerfafval is slecht voor de dieren. Het gaf me hoop om te merken dat kinderen bewust bezig zijn met het klimaat, maar het maakte mij ook ergens verdrietig. Een 10-jarig kind zou zich eigenlijk geen zorgen moeten maken over zulke grote vraagstukken.
Een tijd geleden schreef Rutger Bregman over wanneer je aan de juiste kant van de geschiedenis staat. Een van zijn belangrijkste aanbevolen graadmeters om te weten of je moreel de juiste keuzes maakt, is of je aan een kind kunt uitleggen waarom je een bepaalde keuze maakt. Goed idee. Tim Hofman heeft dit principe ook toegepast in zijn documentaire over het kinderpardon, waarin hij politici vroeg om aan de 9-jarige Nemr uit te leggen waarom hij ’terug’ moest naar Irak. Veel mensen vonden het oneerlijk dat Klaas Dijkhoff zo voor het blok werd gezet, en ik kan begrijpen waarom.
Toch denk ik dat dit iets is dat we ons vaker zouden moeten afvragen in een complexe wereld waarin het moeilijk is om gevolgen van bepaalde keuzes te overzien: hoe leg ik dit uit aan een kind van 10? Voor mensen met kinderen is dit misschien niets nieuws, maar voor mij was het een verfrissend perspectief.
Overigens maken heel veel kinderen zich zorgen om het klimaat, terwijl hier op andere scholen eigenlijk weinig aandacht aan wordt besteed. Het is ook een complex verhaal, merkten zo ook mijn jonge onderzoekers. Gelukkig zijn er een heleboel verhalenvertellers, zoals Kees Klomp, die hoopvolle manieren hebben ontwikkeld om het onderwerp klimaat bespreekbaar te maken in de klas. Zijn verhaal is overigens ook heel geschikt voor volwassenen, zoals hij bijvoorbeeld tijdens deze gespreksavond (samen met onze collega Marijn) liet zien.
Ik kwam naar IMC Weekendschool om de kinderen iets te leren, maar heb zelf waarschijnlijk het meest geleerd van deze dag. De lessen die ik meeneem: vaker stilstaan, uitzoomen en vooral: verwonderen!