Het is moeilijk om echt hoopvol te worden van al het klimaatnieuws om ons heen. Iedere dag zijn er wel weer signalen van klimaatontwrichting in de media te vinden. “Het is nog erger dan gedacht,” “de urgentie neemt toe,” zelfs “de mensheid wordt bedreigd.” Stuk voor stuk duidelijke uitspraken, maar stuk voor stuk ook uitspraken die tot niets anders kunnen leiden dan wanhoop.
Zo’n wanhopige boodschap spreekt echter niet aan. Voor mensen die al overtuigd zijn van hun mogelijke bijdrage, kan het wellicht aanzetten tot nóg meer actie, maar voor mensen die nog niet overtuigd zijn dat zij iets kunnen betekenen, biedt het geen inspirerend toekomstbeeld.
We hebben dus een ander verhaal nodig. Een verhaal dat een doemscenario vervangt door een nieuw wereldbeeld: een wereldbeeld van hoe het ook kan. Een verhaal dat wanhoop vervangt door vertrouwen.
Dit is de kernboodschap van Jelmer Mommers, in zijn boek Hoe gaan we dit uitleggen? Onze toekomst op een warmere aarde. Nee, de problemen zijn niet makkelijk oplosbaar. En nee, zonder fundamentele veranderingen is een doemscenario inderdaad niet af te wenden. Maar ja, er is een ander verhaal mogelijk dan we nu dagelijks in de media lezen. En ja, dat is een verhaal waarin iedereen een bijdrage kan leveren. We moeten het alleen op de juiste manier leren vertellen.
Voorbeelden van twee verhalen
De informatie die we hebben, gaat niet veranderen. De manier waarop we het verpakken, kan echter anders. Ter illustratie, twee voorbeelden van dezelfde boodschap in andere woorden. Als eerste: twee citaten van Diederik Samson over de schaalgrootte van de energietransitie van de gebouwde omgeving:
- “Tot en met 2050 moeten er iedere dag minstens 100.000 woningen energieneutraal worden gemaakt, en van het aardgas af.”
- “In de komende 30 jaar moeten alle huizen in Nederland één keer worden gerenoveerd naar energieneutraal, waarbij meteen het aardgas wordt vervangen door een andere warmtevoorziening.”
Een tweede voorbeeld, over de kosten van de Nederlandse energietransitie, waarbij we enkele kritische politici tegenover Ed Nijpels stellen:
- “De energietransitie gaat ons tot 2050 meer dan 100 miljard euro kosten.”
- “De energietransitie kost ons per jaar zo’n €3 miljard euro, wat minder is dan we als land per jaar uitgeven aan roken.” (… en wat gelijk is aan de jaarlijkse investering die de transportsector vandaag vroeg om Nederland bereikbaar te houden.)
In beide voorbeelden wordt dezelfde informatie gepresenteerd. Maar de verhalen verschillen enorm. En daarmee ons beeld over hoe haalbaar de voorgestelde verandering is.
Een positief toekomstbeeld
In de discussie over duurzaamheid – en ook die over circulaire economie trouwens, waar wij vanuit Copper8 dagelijks aan werken – gaat het vaak vooral over wat het kost. Jelmer stelt terecht dat we vaak in debat gaan over de hoogte van die kosten, maar dat een goed gesprek over de opbrengsten volledig achterwege blijft. En dat terwijl er voor iedereen wel een argument is om mee te doen. Schone lucht. Schoon water. Minder files. Minder vluchtelingen. En meer financieel rendement en beleggingswaarde op de lange termijn. Er kunnen honderden redenen zijn om iets niet te doen, maar je hebt maar één goede reden nodig om iets wel te doen.
Wanneer we uitgaan van dit positieve toekomstbeeld, ontstaat er in ons hoofd een beeld van wat we wél willen. Een beeld waar we over kunnen dromen, en waar we aan willen werken.
En voor iedereen die denkt dat het al te laat is: het is nooit twee voor twaalf. Want in het geleidelijke proces dat klimaatverandering heet, is er geen klok die twaalf uur slaat. De voornaamste vraag die rest, is hoe wij willen dat onze wereld er in de toekomst uit ziet – en hoe hard we voor dat toekomstbeeld willen werken.
Van wanhoop naar vertrouwen
Vorige zomer schreef ik een emotioneel verhaal over een verloren strijd: Verslagen door klimaatverandering. De conclusies uit het nieuwste het IPCC-rapport, dat presenteerde wat de mogelijkheden waren om de opwarming van de aarde te beperken tot maximaal anderhalve graad, sloegen bij mij in als een bom. Om onder deze anderhalve graad te blijven, moeten we in 2030 wereldwijd onze emissies gehalveerd hebben. Een kansloze opgave in het huidige wereldwijde politieke klimaat. En dus regeerde bij mij de wanhoop.
Tegelijkertijd begrijp ook ik dat dit verhaal van urgentie maar beperkt aanzet tot actie: het inspireert niet, en biedt geen antwoord op de vraag wat we dan wél moeten. Precies de zere plek waar Jelmer zijn vinger op legt. Om mensen in actie te krijgen, is een wereldbeeld nodig waar mensen zich wél voor in willen zetten. Een wereldbeeld, dat voort komt uit wat wij als mensen waardevol vinden. Natuur. Gezondheid. Liefde voor de mensen en de wereld om ons heen. Deze week nog was ik op bezoek bij een goede vriend, met een dochtertje van tien dagen oud. Natuurlijk is er ook voor haar over dertig jaar een wereld waar zij prettig in kan leven: iets anders kunnen we ons immers niet voorstellen. Zie daar het vertrouwen.
De juiste balans
Er wordt mij wel eens gevraagd waar ik mijn energie en motivatie vandaan haal. Mijn huidige inzicht: uit een balans tussen wanhoop en vertrouwen. De wanhoop is mijn spiegel, om de urgentie niet uit het oog te verliezen. Het vertrouwen maakt dat ik geloof dat we met alles wat we doen verschil kunnen maken, en mensen kunnen inspireren dat het anders kan.
En die verhalen over hoe het anders kan – die vormen wat mij betreft de basis voor het positieve wereldbeeld dat we met elkaar aan het schrijven zijn. En ook ik mag zelf dat positieve een stuk vaker benadrukken.